De eigenaar van een kraanschip, mijn cliënt, en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) twisten over de vraag: wat is de diepgang van het kraanschip?

Een kraanschip, dat wil zeggen: een motorvrachtschip voorzien van een kraan ('hijsgerei'), is een motorvrachtschip. De diepgang moet op basis van de voor dat scheepstype geldende normen worden vastgesteld. Omdat bij gebruik van de kraan het schip overhelt, toetsen klassenbureaus / keuringsinstanties voor schepen met hijsgerei ook aan bepaalde stabiliteitsnormen geldend voor drijvende werktuigen.

Tot voor kort werd de grootste maximale diepgang (en de bijbehorende tonnenmaat, het laadvermogen / het tonnage van het schip) op de meetbrief en het Certificaat van Onderzoek (CvO) vermeld, met een bijvoorbeeld op de diepgangverklaring genoteerde geringere diepgang bij gebruik van de kraan. In dit geval heeft ILT de diepgang van het kraanschip echter hoe dan ook, dus ook zonder gebruik van de kraan, gemaximeerd tot de geringere diepgang bij gebruik van de kraan. In de oude situatie was de maximale diepgang van het schip 2,82 meter met een bijbehorend maximaal laadvermogen van bijna 952 ton; in de nieuwe situatie geldt een maximale diepgang van 2,51 meter en een maximaal laadvermogen van ruim 780 ton.

Dat kost de scheepseigenaar flink wat laadvermogen. En dus geld.

Bezwaar tegen de meetbrief mocht niet baten. Vandaar de gang naar de rechter.

Op 22 maart 2024 heeft de rechtbank Zeeland - West-Brabant (locatie Middelburg) uitspraak in dit geschil gedaan (de uitspraak is op 28 maart 2024 ontvangen). De rechtbank oordeelt dat ILT (de minister van Infrastructuur en Waterstaat) de nieuwe meetbrief met de geringere diepgang niet goed gemotiveerd is. De rechtbank draagt ILT op een nieuw besluit te nemen met inachtneming van de uitspraak.

De rechtbank overweegt onder meer:

  • Art. 4.8 van de Binnenvaartregeling bepaalt dat het vlak van de grootste toegelaten diepgang wordt vastgesteld overeenkomstig de voor dat binnenschip geldende regels van art. 4.06 lid 2 van bijlage 1.1a (lees: de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, ES-TRIN).
  • Laatstgenoemde bepaling biedt geen aanknopingspunten voor het standpunt van ILT dat bij het bepalen van de maximale diepgang in de meetbrief de stabiliteit wegens het gebruik van de kraan in aanmerking moet worden genomen en dat als het gebruik van de kraan tot een lagere maximale diepgang leidt, die lagere maximale diepgang in de meetbrief moet worden opgenomen als de maximale diepgang.
  • De verwijzing door ILT naar hoofdstuk 22 ES-TRIN (bijzondere bepalingen voor drijvende werktuigen) maakt dit niet anders. Als het om de meetbrief gaat, verwijst de Binnenvaartregeling slechts naar art. 4.06 ES-TRIN en niet ook naar de bepalingen in hoofdstuk 22 ES-TRIN. Bovendien miskent ILT dat het schip is gekwalificeerd als motorvrachtschip, zodat het niet voor de hand ligt dat voor afgifte van een meetbrief ook nog wordt uitgegaan van de voorschriften voor drijvende werktuigen.
  • Het standpunt van ILT dat niet de bevoegdheid bestaat om een andere of, afhankelijk van het gebruik, extra maximale diepgang in de meetbrief vast te leggen, is niet voldoende onderbouwd.
  • De rechtbank sluit niet uit dat het standpunt dat de maximale diepgang in de meetbrief op 2,51 meter moet worden bepaald in rechte niet houdbaar is.
  • Als ILT in de nieuw te nemen beslissing haar standpunt handhaaft, dan geeft de rechtbank ILT in overweging om toe te lichten uit welke wet- en regelgeving volgt dat het uitgesloten is dat in de meetbrief twee diepgangen worden bepaald. De enkele stelling dat het uit oogpunt van handhaving eenvoudiger is om één maximale diepgang te bepalen, is daarvoor onvoldoende.

We zullen zien of ILT vasthoudt aan haar nieuwe opvatting dat een kraanschip slechts één diepgang, en dan ook de geringste diepgang, kan hebben, of dat zij de voorheen bestaande - en naar ik begrijp goed functionerende - werkwijze hervat waarin met twee diepgangen wordt gewerkt, de maximale diepgang zonder gebruik van de kraan (behorend bij het schip als motorvrachtschip) en een geringere diepgang met gebruik van de kraan.

Update 08.04.2024: Omdat de uitspraak (nog) niet op rechtspraak.nl is gepubliceerd, treft u deze hieronder (geanonimiseerd) aan.

Peter van Dam
maart/april 2024

Kunnen wij u
ergens mee helpen?